100.000 vliegen en okerrode rotsen in de Outback

Dinsdag 1 maart was het dan zover: mijn reis naar Australie kon beginnen. Mijn vlucht ging voorspoedig en voordat ik het wist was ik in Alice Springs. Helaas was mijn backpack dat niet, die bleek nog in Sydney te zijn. Ik dacht dat mijn backpack automatisch mee zou gaan maar blijkbaar had ik die zelf moeten pakken in Sydney en opnieuw moeten inchecken. Stond ik daar op het vliegveld met alleen mijn handbagage. Gelukkig bestaat er de K-mart en heb ik daar nieuwe spullen (kleren, bikini, handdoek, toiletartikelen etc) gekocht want het zou 4 dagen duren voordat ik mijn backpack terug kreeg. Een goed begin dus van mijn tijd in Aussi… Gelukkig begon de volgende dag mijn Outback tour en had ik geen tijd om zielig te zijn. Samen met 14 andere backpackers heb ik de Rock-to-water tour gedaan, van Alice Springs naar Adelaide. Onze tour begon in Watarrka National Park waar we de Kings Canyon hebben beklommen. Op de top van de canyon hebben we de zonsopgang gezien en hadden we een geweldig uitzicht over de omgeving. We hebben langs de rand van de kloof gelopen, zijn afgedaald naar de Garden of Eden (een oase met water en plantengroei) en hebben tussen de rood/bruine rotsen gewandeld. Deze tocht vond ik heel bijzonder want de Kings Canyon is mega groot en je voelt je zo klein als je daarover loopt. En ook de bruin/rode/oranje kleur van de stenen is prachtig om te zien; voor mij is dit typisch Australie. Vervolgens zijn we naar Uluru gegaan, ook wel bekend als Ayers Rock. Dit is een van de grootste monolieten ter wereld en is de top van een enorm ondergronds brok zandsteen van circa 600 miljoen jaar oud. Deze plek is heilig voor de Aboriginals en tijdens onze wandeling hebben we wandtekeningen gezien van deze bewoners in de holen aan de voet van Uluru. We hebben zowel de zonsopgang als de zonsondergang bij Uluru meegemaakt en het was prachtig! Niet ver van Uluru ligt Kata Tjuta, oftewel de Olga’s. Dit is een een groep van 36 oprijzende rotsen en ook een belangrijke plek voor de Aboriginals. Hier hebben we de Valley of de Wind Walk gedaan, wat een 6.5km lange tocht was langs okerrode rotsspleten, kloven en klippen. Deze drie dagen waren echt een hoogtepunt van mijn reis tot nu toe. Het was geweldig maar veel slapen zat er niet in. Elke dag om half 4 de wekker om 1) de zonsopgang te zien en, vooral, 2) de hitte voor te zijn. Het was daar namelijk 40 graden en midden in de woestijn is dat toch best wel heet. En het stikt er van de vliegen! Aangezien ik het zat was om steeds met mijn handen te wapperen om de vliegen te verjagen heb ik maar een vlieggennet voor om mijn hoofd gekocht. Niet charmant of sexy, wel heel chill. Slapen deden we in de buitenlucht in een swag onder de sterrenhemel, wat een bijzondere ervaring was. Een andere bijzonderheid was Coober Pedy, waar we in een hostel onder de grond hebben geslapen. Waar de temperaturen boven de grond variëren van -5 tot 50 graden, is het onder de grond altijd zo’n 23 graden, ideaal dus! Dit dorpje staat bekend om hun Opal en we hebben hier dan ook een mining tour gedaan waar we informatie kregen over Opal en het zoeken ernaar. Verder heb ik een Salt Lake gezien (wit opgedroogd zout zover je kunt kijken), een wijnproeverij gedaan, een kangoeroeweeshuis bezocht (zo schattig die dieren!) en een boswandeling gemaakt door Alligator Gorge. Aangekomen in Adelaide hebben we als afscheid met z’n allen in een restaurant gegeten en de volgende dag ging ik de Great Ocean Road doen. We zijn begonnen in Grampians National Park waar we eerst naar een waterval (Mc Kenzie Falls) zijn gelopen en vervolgens naar een Lookout point zijn gereden waar we een mooi uitzicht hadden over de Grampians. Onderweg naar ons hostel zagen we kangoeroes die gewoon in de tuin van mensen zitten grazen en rondspringen, heel bizar! De volgende ochtend zouden we een berg in de Grampians beklimmen en de zonsopgang zien maar helaas zat het weer niet mee: regen en onweer. Na een paar uur werd het iets beter (lees: geen onweer, wel regen) en konden we toch een deel van de berg beklimmen waar we een mooi uitzicht hadden en onderweg kangoeroes zagen. We hebben geluncht in een slapende vulkaan (Tower Hill Reserve) waar we ook koala’s en emoe’s hebben gezien :)
Hierna zijn we richting de Great Ocean Road gegaan, wat een mooie autoroute is langs de kust van Australië. We reden over smalle, bochtige wegen langs steile klippen en nauw ingesloten baaien. Natuurlijk hebben we ook de beroemde Twelve Apostles gezien, oftewel rotsformaties die vanuit de zee oprijzen. Helaas was de zonsondergang niet heel mooi aangezien er bijna geen zon was. Momenteel ben ik in Melbourne en ben ik blij dat ik even kan uitslapen en zelf kan bepalen of en wanneer ik iets ga doen. Morgen ga ik deze stad verkennen en dan zondag met de nachtbus naar Sydney!